СПІЛЬНО БАЧЕННЯ  ::  ІНОЗМІ
Переклади, аналітика, моніторинг - Україна (і не лише) очима іноземних ЗМІ
         Головна        
        Політика        
      Human rights      
  Міжнародні відносини  
        Культура        
          Спорт         
        Більше...       

Знайдено на сайті:Het Nieuwsblad
Мова:19 (Dutch / Nederlands)
Заголовок:

Chirurg en ex-minister Réginald Moreels is 75 jaar, maar nog lang niet uitgeblust: “Ik wil van de wereld nog steeds een betere plek maken”

Резюме:

De medische nood van een Congolese provincie rust op de frêle schouders van Réginald Moreels. De chirurg en ex-minister is deze week 75 jaar oud geworden, maar zijn levenswerk wil en kan hij niet uit handen geven. “Ik heb zoveel verminkingen gezien die het gevolg waren van oorlogstuig, dat ik innerlijk kook van wapens.”

“Een onvermoeibare, grenzeloos geëngageerde en avontuurlijke idealist.” Zo omschrijft Réginald Moreels zichzelf. Sinds kort mag hij daar Commandeur in de Kroonorde aan toevoegen. Koning Filip hing hem eind vorige maand het ereteken rond zijn nek. Dat hangt nu aan een beeld in zijn woonkamer in Zandvoorde bij Oostende. Slechts voor heel even, zal later in het gesprek nog blijken.

Mijnheer Moreels, beschouwt u dat ereteken als een ‘lifetime achievement award’ of als een extra duwtje om nog jaren voort te gaan met uw levensmissie?

“Uit de boodschap van koning Filip begreep ik dat hij me het ereteken niet gaf om vanaf nu in mijn zetel te zitten. Dat wil ik ook nog niet doen. Deze medaille is geen eindpunt, maar ik zie het wel ergens als een bekroning en een hele eer. De uitreiking was zelfs een emotioneel moment voor mij. Omdat je toch ook ergens gaat terugkijken op je carrière. Zo’n erkenning komt er volgens mij alleen na een, op zijn zachtst uitgedrukt, speciaal leven. Als chirurg, humanitair chirurg en oorlogschirurg. Als voorzitter van Artsen Zonder Grenzen. Als staatssecretaris en minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Ik heb niet stilgezeten.” (Lees verder onder de foto)

Zien we u voortaan alleen nog met die medaille om uw nek?

“Mijn god, neen. Ik ben nooit gestopt met proberen voor anderen goed te doen. Dat was de rode draad door mijn leven. Een leven dat ik vaak riskeerde. Ik kon intussen ook heel wat realiseren, omdat ik een zekere visie heb. Toch beschouw ik dit ereteken niet louter als voor mij alleen. Dit is ook een hulde aan mijn vrouw en vier kinderen. Daarom dat ik ervoor zorgde dat ze mij uitzonderlijk allemaal mochten vergezellen bij de ceremonie in het Koninklijk Paleis. Na de plechtigheid heb ik ook al mijn collega’s en vrijwilligers in Congo aangeschreven en bij uitbreiding iedereen die een betekenisvolle rol in mijn leven heeft gespeeld. In het leven doe en bereik je niets alleen. De medaille reist bij mijn volgende missie trouwens mee naar Congo, het ereteken hoort thuis in het medisch centrum dat we daar hebben opgericht in 2014.”

Uw antwoord geeft de indruk dat het voor u moeilijk is om een dergelijke erkenning te aanvaarden?

“Eigenlijk niet hoor. Ik noem mezelf zelfs een wederkerige altruïst. Ik geef heel graag, maar krijg wel graag iets in de plaats. Dat hoeft niets tastbaars te zijn, zoals dit ereteken. Dankbaarheid krijgen geeft mij meer dan voldoening.”

Geen viering zonder een tweede. U vierde deze week uw 75ste verjaardag.

“‘Halfweg tram 7’, zeggen ze in Gent, waar ik geboren ben. Ik steek het niet onder stoelen of banken: voor u zit geen jubelende man. Ik kan absoluut niet enthousiast zijn omdat ik deze leeftijd heb bereikt. Ik zie vooral de nadelen. Pas op, ik ben niet ziek. Maar ik draag natuurlijk de fysieke gevolgen van mijn eetstoornis en mijn leven. Ik heb last van botontkalking, sta krom van hele dagen boven de patiënten op de operatietafel te hangen.”

In Congo noemen ze u zelfs “le vieux”, de oude man.

“Met dat verschil dat het in hun cultuur geen verwijt is. In Afrika worden ouderen, in tegenstelling tot bij ons, niet gedeletet uit de maatschappij. Mocht je hier op café aan de stamgasten vragen wie er nog geopereerd wil worden door een chirurg van 75 jaar, dan zul je maar weinig opgestoken handen hebben. Ik worstel daar wel mee, hoewel ik enkele dagen geleden nog stond te opereren. Mijn dochter Nathalie, zelf een chirurg in het UZ Gent, was mee op de laatste missie eind november. Ze zag hoe mijn handen mij nog dienen, maar ze zei ook dat ik op een keer wel zal moeten stoppen. Stoppen met opereren zal mijn eerste dood zijn. Al wil ik natuurlijk eindigen in schoonheid, en niet met een medische catastrofe. Daarom kies ik stilletjes om een zachte overgang in te zetten. Het is de bedoeling dat ik steeds minder zal opereren en meer en meer mijn Congolese collega’s zal assisteren. Onze lokale chirurgen onder leiding van de medische directeur en de hele staf zijn zeer competent. Alle diensten functioneren meer dan zoals het hoort.”

Op uw leeftijd neemt niemand het u kwalijk dat u voortaan in uw zetel zou blijven zitten of een terrasje zou doen op de dijk van Oostende, mijnheer Moreels.

“Ik blijf een idealist. Ik geloof nog dat de wereld een betere plek kan worden. Loop je soms op het strand? Dan weet je hoe de wind in je rug een mens kan voortblazen. Ik voel nog altijd een kracht op me inwerken, waardoor ik niet kan stilstaan. Ik voel nog altijd een inwendige drang om het onbekende te ontdekken en nieuwe mensen te ontmoeten. Ik ben ’s avonds sowieso gelukkiger dan ’s morgens, omdat ik die dag opnieuw bijgeleerd heb. Na twee keer te zijn gevallen en mislukte operaties met complicaties, hink ik al bijna 25 jaar lang. Iemand zei dat ik daarom minder gejaagd zou leven. Die persoon heeft zich met die uitspraak toen zwaar vergist. Ooit zei iemand me dat ik daarom minder gejaagd zou leven. Die heeft zich met die uitspraak toen zwaar vergist. Die constante pijn, dat voel ik niet hoor als ik aan het werk ben.” (Lees verder onder de foto)

Wat vond uw naaste omgeving eigenlijk van uw toewijding en de levensgevaarlijke missies?

“Zelfs mijn eigen moeder vond wat ik deed totaal irresponsable, onverantwoordelijk. Sommige vrienden zagen me als een halve gek. De meeste collega-chirurgen lachten me uit: ‘Ga je weer naar die oorlog?’ De tegenkantingen ten spijt, ik ben het toch blijven doen. Ik ben daarom waarschijnlijk niet de beste huisvader geweest. Mijn vrouw stond gelukkig wel volledig achter mij. Mijn kinderen hebben me mijn afwezigheid, eigenaardig genoeg, ook nooit kwalijk genomen. Niet dat ze me graag zagen vertrekken. Ik vertrok trouwens ook altijd zelf met tranen in de ogen. Je beseft heel goed dat je naar risicovol gebied trekt. Wat ik allemaal heb meegemaakt, bewijst dat ook.”

LEES OOK. Voormalige minister Réginald Moreels komt weer boven water in ‘Topdokters’: “Ik rebeleer tegen radicaal-rechts. Het hart ligt anatomisch links”

Valt dat vertrek tegenwoordig nog altijd even zwaar?

“In Beni (stad in Congo-Kinshasa, red.) ben ik relatief veilig. Bij iedereen heerst de indruk dat je daar ter plaatse direct zal afgeslacht worden, maar dat klopt niet. Mijn vrouw gaat trouwens de laatste jaren gewoon mee op missie. Françoise heeft haar eigen sociaal project in Congo. Dat maakt vertrekken al iets gemakkelijker. Niet dat ik daarom maanden van huis kan wegblijven. Ik blijf nog maximaal anderhalve week ter plaatse. Ik hunker te veel naar thuis en Oostende. Ik heb veel meer rust nodig dan vroeger, ik zoek nu liever de eenzaamheid op. Ik ben in mijn leven altijd maar weggeweest. Ik was een op de twee avonden van wacht, de rest van de tijd trok ik rond om overal in het land te gaan spreken of was ik op missie in het verre buitenland.”

Kan een idealist ooit rust vinden?

“Ik heb natuurlijk veel zorgen aan mijn hoofd. Een permanent project als in Beni laat je nooit los. Ik lig wakker van de financiering. De bouw van ons ziekenhuis kostte 2,5 miljoen euro, voor de werking en alle personeelskosten samen moeten we jaarlijks 1,5 miljoen euro bij elkaar proberen te schrappen. Terwijl we door niemand worden gesteund. Toch niet uit de hoek van de overheid. We krijgen geen halve euro, nul komma nul de ballen van Europa of België. Iedere baksteen van ons gebouw, ieder chirurgisch mes, elke verpleegkundige: het wordt allemaal betaald met private giften, hoofdzakelijk van gewone mensen, uit Vlaanderen en Brussel.”

Laat ons eerlijk zijn: giften die waarschijnlijk niet worden gegeven als jouw gezicht niet op de brief voor fondsenwerving staat die een paar dagen geleden in mijn brievenbus belandde.

“Ik voel me tegenwoordig wel eens een reclameproduct. (lacht) Al doet het me wel deugd dat ik al die mensen kan overtuigen om centen te storten. Mensen zouden niet doneren als ze mij en mijn lange carrière niet kennen. Mijn levensloop overtuigt hen dat ik een man met een missie ben, een eerlijke mens die hun geld brengt naar het terrein.” (Lees verder onder de foto)

Hoe broodnodig uw werk in Congo ook is, vreest u niet voor het voortbestaan van de missie mocht u wegvallen?

“Sinds 1 december heb ik in Congo mijn eigen stichting: Fondation UNICHIR - Docteur Réginald Moreels. Ik zeg het met een zekere schaamte. Ik ben niet geboren met het idee om ooit een stichting op te richten die mijn naam draagt. Die naam is wel een noodzakelijk feit: om het voortbestaan van UNICHIR en de werking te garanderen. In het bestuur zullen vrienden, dichte collega’s en mijn eigen kinderen zetelen. Mijn enige vraag: bewaar mijn geest. Iedereen moet zonder enige discriminatie worden behandeld.”

Uw transparantie heeft u nochtans veel problemen opgeleverd in uw leven.

“Ik ben op sommige momenten te open geweest. Zeker over mijn eetprobleem, mijn vorm van anorexia. Ik heb me daardoor vrij kwetsbaar opgesteld. Een columnist schreef dat er ‘bij Moreels een vijs loszat’. Harde woorden, die gevolgen hadden. Probeer maar eens voor een nieuwe job te solliciteren. Als je zo’n crisis overleeft, wat ik vergelijk met een woestijntocht, kom je daar nochtans sterker uit.”

Twijfelt u soms of uw inzet, uw levensmissie, wel zin heeft?

“Je kunt je afvragen hoeveel zin het heeft te investeren in een regio waar het einde van het geweld nooit echt in zicht is. Het conflict in Congo heerst al 20 jaar. Meer dan 6 miljoen mensen zijn sindsdien op de vlucht. En niemand in de wereld die erom maalt. Wel, ik voel inwendig een permanente revolte tegen zulk onrecht en zulke ongelijkheid. De mens is volgens mij van nature slecht, ook ikzelf, maar dat betekent niet dat ik mij moet neerleggen bij die kwade natuur. Ik wil laten zien dat je van de wereld toch een betere plek kunt maken, hoe groot of klein het ook is wat je doet.”

En u slaagt in dat opzet?

“Er was daar voor mijn komst geen enkele chirurg voor een bevolking van toch 1,5 miljoen mensen, met een enorme mortaliteit en morbiditeit als gevolg. Daar in Congo ben ik nog altijd veel nuttiger dan hier. In België kan een patiënt naar een andere dokter stappen, daar niet: vandaag niet en waarschijnlijk ook niet over 20 jaar.”

Leven we intussen in een betere wereld?

“Een echt betere wereld zouden we pas creëren als we die wapenvrij kunnen maken. Ik ben veel op zending getrokken als oorlogschirurg. Ik heb zoveel verminkingen gezien die het gevolg waren van oorlogstuig, dat ik innerlijk kook van wapens. Kunnen Rusland en Oekraïne niet gewoon aan tafel gaan zitten om afspraken te maken, voor ze op de kaap van 1,5 miljoen slachtoffers afstevenen? Al besef ik dat een wapenvrije wereld een utopie is. Daarvoor zijn de economische belangen van die industrie te groot. Er wordt voor duizenden miljarden aan wapens geproduceerd. Terwijl je volgens mij het gebruik van geweld moet beperken tot twee omstandigheden: bij genocides en massale schendingen van de mensenrechten. Alleen in dat geval is het beter om in te grijpen dan om laf toe te kijken zoals we nu te vaak doen. Denk maar aan Congo, aan Gaza en jammer genoeg aan nog véél te veel andere plaatsen op deze wereld. De actualiteit en politiek houden me nog dagelijks bezig. In januari publiceer ik een essay over de democratie, en de precaire situatie waarin die zich nu bevindt.”

Wat mogen we u persoonlijk nog wensen?

“Niets. Of toch: nog een beetje te mogen leven. Ik hoop mijn medisch centrum in Congo te kunnen zien groeien en evolueren. We hebben daarvoor extra terrein aangekocht. De visie voor de komende tien jaar is intussen uitgeschreven. Het is belangrijk om als mens voor een doel te streven dat duurzamer is dan jezelf, iets dat jou overleeft. Dit is niet zomaar een projectje voor mij, het is mijn levenswerk. Het zou mooi zijn dat het ziekenhuis binnen 50 jaar nog bestaat. Ik zal er niet meer zijn, maar mijn geest zal er hopelijk nog hangen en wie weet mijn ereteken. De confituurpot staat al klaar, mijn zoon Dimitri weet heel goed dat ik daar wil uitgestrooid worden.”

{ "text": "Bijna de kaap van 100 missies", "type": "inline_title_1" }

Op 18 januari vertrekt Réginald Moreels voor de 38ste keer naar Beni, in de Congolese provincie Noord-Kivu.

Met Artsen Zonder Grenzen deed hij meer dan 50 missies, van 1982 tot 1994 en van 2014 tot 2018.

Dit zijn zes missies die Moreels in het bijzonder zijn bijgebleven.

Polen, 1981: “Met 24 vrachtwagens reden we door het IJzeren Gordijn”

“Mijn eerste buitenlandse missie als humanitair werker ging van Oostende naar Polen. Met Medios, de Oostendse organisatie die ik toen oprichtte en die vandaag nog altijd bestaat, droomde ik ervan om met een vrachtwagen vol medische geneesmiddelen, kleren en eten naar Polen te rijden. Om genoeg materiaal te vinden om toch een camion te vullen, spraken we ons netwerk aan, van dokters tot een vleesproducent. De respons was gigantisch. Die eerste vrachtwagen was in geen tijd vol, de tweede ook. De giften bleven maar komen. We reden uiteindelijk met 24 vracht- en bestelwagens door het IJzeren Gordijn. Ik keerde nog een vijftiental keren terug in de daaropvolgende jaren.”

Tsjaad, 1982: “Opereren op een krakkemikkige tafel”

“In 1981 sloot ik me als een van de eerste Vlamingen aan bij de pas opgerichte Belgische tak van Artsen Zonder Grenzen. Mijn eerste missie naar Tsjaad volgde al in 1982. Ik was nog maar net geland en moest al meteen een spoedkeizersnede uitvoeren bij een moeder die dreigde dood te bloeden. Ik weet nog goed dat ik haar bloedgroep moest bepalen op een stukje glas dat ik van de grond opraapte. Van een operatiekwartier was geen sprake. De ingreep ging door in een aftands zaaltje, op een krakkemikkige tafel. Het wemelde er van de vliegen. We moesten de vloer zelfs kuisen om enigszins in een propere omgeving te kunnen werken. De vrouw, die twee dagen en nachten door een zandstorm had gewandeld om tot bij mij te geraken, overleefde het wel.”

Irak, 1988: “Als mens schaamde ik mij om mijn eigen soort”

“Maart 1988. Halabja. Irak. In een paar minuten tijd was het leven van 7.000 mensen in de Koerdische stad letterlijk stilgevallen door het bombardement op bevel van Saddam Hoessein. Halabja is voor mij als het hedendaagse Pompeï, zulke taferelen kregen mijn collega en ik, die als eersten ter plaatse waren, er na een aanval met saringas te zien. Saringas doet in 45 seconden het bloed in je lichaam stilstaan. Dertig inzittenden van een bus lagen aan de deur op elkaar. Een kind lag naast zijn voetbal, dood. Beelden die mijn leven voorgoed getekend hebben. Als mens schaamde ik mij om mijn eigen soort. We spraken als Artsen Zonder Grenzen voor het eerst over een misdaad tegen de mensheid.”

Joegoslavië, 1992: “We werden beschoten met Belgische kogels”

“Als tijdelijk internationaal voorzitter van Artsen Zonder Grenzen trok ik in juni 1992, in volle Joegoslavië-oorlog, naar de Bosnische hoofdstad Sarajevo. Alle westerse ngo’s waren er door het gevaar fysiek weggetrokken. ‘Ik hoop dat dit niet onze laatste pint is’, zei mijn begeleider en de toenmalige coördinator Eric Dachy vlak voor ons vertrek. Dat was het bijna wel. Radovan Karadzic, die later voor het Internationaal Strafhof terechtstond, had ons nochtans een veilige doortocht beloofd. Op de heenreis scheurden we tegen 150 kilometer per uur door Sniper Alley, maar hoorden we alleen wat schoten in de verte. Maar op de terugtocht beleefde ik de bijna de laatste minuut van mijn leven. Meteen na ons vertrek werden we langs alle kanten beschoten. We zaten met vier in de wagen, maar de sluipschutters mikten op mij, als voorzitter van Artsen Zonder Grenzen. De auto werd doorzeefd, maar we overleefden. Ik nam een van de kogels mee om te laten analyseren. We bleken beschoten te zijn met Belgische kogels van FN. Sarajevo was de enige keer dat ik thuis van mijn vrouw de volle laag kreeg.”

Irak, 2017: “Een van de zwaarste missies van mijn leven”

“In Mosul in Irak in 2017 zag ik alleen bloed en tranen. Ik werkte in het eerste ziekenhuis achter het front. Op drie weken tijd werden we overspoeld door 920 gewonden. De helft onder hen was ernstig gewond. Het was er de hel op aarde, ongetwijfeld een van de zwaarste missies van mijn leven. Leven en dood lagen er zo dicht bij elkaar. De angst en terreur in de stad drongen door tot in de operatiezaal.”

Congo, 2014: “Ik ging mijn zoon bezoeken, en stond diezelfde week nog te opereren”

“Wat ga je hier een hele week doen? Ik heb het druk en kan me niet de hele tijd met jou bezighouden.” Toen Réginald Moreels eind 2014 zijn oudste zoon Dimitri in Congo ging bezoeken – hij is ondernemer daar –, stuurde Dimitri hem even langs een bevriende arts, zodat zijn vader er niet verloren zou lopen. Die arts, Michel Kalongo, had hem dat ook gevraagd, omdat die de mening van Réginald wilde horen over een aantal van zijn patiënten. “Nog diezelfde week stond ik te opereren in een slaapkamer die omgebouwd was tot een operatiekwartier, vlak naast een open badkamer, inclusief toilet”, aldus Réginald. Daar en dan begon het idee te rijpen van zijn levenswerk in Congo. Het leidde uiteindelijk tot de oprichting van zijn stichting UNICHIR én de bouw van het chirurgisch en verloskundig centrum dat in 2023 werd geopend. “Kalongo is intussen als een zoon voor mij. Hij is op vandaag de directeur van het project.”

Ook in deze landen ging Moreels op missie:

Liberia

Pakistan

Haïti

Centraal-Afrikaanse Republiek (3 keer)

Congo

Gaza

Irak

Noord-Ethiopië

Sierra Leone

Cambodja

Syrië

Rwanda

INFO Meer informatie over de stichting van Réginal Moreels vind je op www.unichir.africa

Посилання:https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20241203_94421044
google translate:  переклад
Дата публікації:07.12.2024 4:00:00
Автор:
Url коментарів:
Джерело:
Категорії (оригінал):
Додано:07.12.2024 5:00:39




Статистика
За країною
За мовою
За рубрикою
Про проект
Цілі проекту
Приєднатися
Як користуватися сайтом
F.A.Q.

Спільнобачення.ІноЗМІ (ex-InoZMI.Ruthenorum.info) розповсюджується згідно з ліцензією GNU для документації, тож використання матеріалів, розміщених на сайті - вільне за умов збереження авторства та наявності повного гіперпосилання на Рутенорум (для перекладів, статистики, тощо).
При використанні матеріалів іноземних ЗМІ діють правила, встановлювані кожним ЗМІ конкретно. Рутенорум не несе відповідальності за незаконне використання його користувачами джерел, згадуваних у матеріалах ресурсу.
Сайт є громадським ресурсом, призначеним для користування народом України, тож будь-які претензії згадуваних на сайті джерел щодо незаконності використання їхніх матеріалів відхиляються на підставі права будь-якого народу знати, у якому світлі його та країну подають у світових ЗМІ аби належним чином реагувати на подання неправдивої чи перекрученої інформації.
Ruthenorum/Спільнобачення Copyleft 2011 - 2014