De biologische productie boert achteruit. Het totale aantal biologische landbouwbedrijven stijgt met minder dan 2 procent en bevestigt de haperende groei voor het tweede jaar op rij. De sector zelf ziet alvast waar het beter kan.
De cijfers van het Agentschap Landbouw en Visserij zijn veelzeggend: aan het einde van 2023 stonden er in Vlaanderen 636 biolandbouwbedrijven. Dat is een stijging met 1,6 procent ten opzichte van 2022, maar het op een na laagste groeipercentage in 15 jaar. Er werden in 2023 ‘maar’ 45 nieuwe bioboeren geregistreerd. Dat maakt dat amper 2,9 procent van de boeren in ons land gecertificeerd bioboer zijn.
Los van het aantal biobedrijven, neemt ook de totale biologische oppervlakte in ons land niet langer toe en blijft die steken op net geen 10.000 hectare. Dat is 1,6 procent van het totaal, de ambitie voor ons land ligt nochtans op 5 procent tegen 2027. In de loop van 2023 hebben 37 landbouwers hun bioactiviteit stop gezet, net iets minder dan in 2022. Opvallend: 62 procent van die biostoppers stapten opnieuw over op traditionele landbouw. (Lees verder onder de grafiek)
Stikstof
En bij de biologische kippenboer blijkt de achteruitgang opvallender dan in andere sectoren. “Net als in 2022 valt vooral de negatieve evolutie op bij de bedrijven die zich richten op de biologische pluimveehouderij. Hun aantal is zelfs teruggevallen tot het niveau van 2019”, stelt het Agentschap Landbouw vast.
Wim Kerkhove, biokippenboer met zo’n 9.000 biokippen uit Ruddervoorde, wijst in de eerste plaats naar de vergunning- en stikstofproblematiek. “Er kunnen eigenlijk geen biologische kippenboerderijen bijkomen, want er worden geen vergunningen meer afgeleverd. Je komt als boer snel op een doodlopend spoor terecht”, zegt hij. “Daarenboven zijn het pittige jaren geweest. Door de oorlog in Oekraïne is de biologische voeding voor onze kippen peperduur geworden en de prijs voor een ei evolueerde niet mee. Vandaag is de situatie opnieuw genormaliseerd. Maar het zal voor veel boeren een struikelblok zijn om om te schakelen naar biologisch.” Dat zegt ook Daniel Van Kesteren, boer van 10.000 biokippen in Zwijndrecht, ook hij wijst naar de moeilijke jaren die de biokippenboeren achter de rug hebben. “Maar ik denk dat het een tijdelijk fenomeen is. Ik hoor dat er een aantal stoppers ook wel weer wil herbeginnen.”
Zowel Kerkhove als Van Kesteren heeft zelf nooit gedacht aan stoppen of omschakelen naar traditionele boerderijen. “Ik heb twintig jaar geleden die keuze gemaakt, daar sta ik vandaag ook nog achter. Had de situatie vandaag nog aangehouden, had ik misschien ook een ander plan moeten bedenken. Maar ik had er vertrouwen in dat het zou normaliseren. En dat is gelukkig ook gebeurd”, zegt Van Kesteren.
De sectorvereniging voor biolandbouw en -voeding, BioForum, bevestigt onder andere de invloed van de oorlog in Oekraïne en de inflatiecrisis die daarop volgde. Bio – in de perceptie vaak nog gelijk aan ‘duur’ – kwam onder druk te staan, waardoor weinig boeren in economisch onzekere tijden de stap nog durfden te zetten en tegelijk een aantal deed afhaken. (Lees verder onder de foto)
Bioplan
Maar de sectorvereniging wijst ook naar structurele problemen bij de hogere overheden die blind lijken voor de bioboer. “Onder andere het PAS-akkoord, het zogenaamde ‘stikstofdecreet’, treft niet enkel de reguliere maar ook de bioboer. Het decreet is gemaakt op maat van de normale landbouw, maar 3 procent van onze landbouw is bio. Alleen wordt daar geen rekening mee gehouden”, zegt directeur Lieve Vercauteren. “Neem nu die kippenboer. In principe moeten kippenboeren in een gesloten stal de uitgestoten emissie afvangen en verwerken. Maar een biokip loopt per definitie buiten. En toch moet die aan dezelfde regels voldoen, dan klopt er iets niet. De overheid moet erkennen dat de biolandbouwer deel is van de oplossing en zou daar een apart kader voor moeten oprichten.”
Andere landen doen het dan ook een stuk beter dan België, zegt Vercauteren van BioForum nog. “We zien dat landen waar overheden bio wel promoten beter scoren. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat elke overheidsopdracht, zoals op scholen of in ziekenhuizen, een vast percentage biovoeding moet voorzien. Bij ons staat dat ook vaag omschreven in het bioplan, maar het wordt niet hard gemaakt waardoor dergelijke maatregel in de praktijk dode letter blijven. Zo wordt ook de consument niet gestimuleerd om meer bio te kopen.”
|